»Wonen voor bijzondere doelgroepen
In ’s-Hertogenbosch zijn ongeveer 700 mensen die dakloos zijn of dakloos dreigen te worden. Deze mensen worden aangeduid als bijzondere doelgroep. De verwachting is dat deze groep de komende jaren groter wordt, omdat enerzijds meer mensen niet mee kunnen in de maatschappij, anderzijds om de diagnostiek beter wordt. De kans dat deze mensen voor overlast zorgen is groter dan bij mensen die wel gewoon zelfstandig wonen. De gemeente wil daarom dat deze mensen sneller in een woonladder kunnen doorstromen. Dit houdt in dat deze mensen op weg worden geholpen naar (opnieuw) zelfstandig wonen. Dit gaat via 4 treden (woonladder). Daarvoor is het wel nodig het aantal woningen, die hiervoor nodig is, wordt uitgebreid. Hierbij spelen zowel ketenpartners (SMO, de Reinier van Arkel groep, Novadic-Kentron en Exodus) als de corporaties een rol. Daarnaast moet er een nieuwe woonvorm komen, deze staan bekend als hostels. Voor een aantal woonvormen is het belangrijk dat er goed met buurtbewoners wordt gecommuniceerd om te zorgen dat er voldoende draagvlak is. De WMO-adviesraad vindt ook dat er goed met de cliënten gecommuniceerd moet worden.
Om versnippering tegen te gaan, zal de gemeente de regie nemen bij het begeleid wonen. De uitvoer van de begeleiding blijft dan wel bij de ketenpartners. Ook de exploitatie van de woningen zal niet onder de gemeente vallen. De regie van de gemeente betreft de communicatie met de wijken en buurten, locatiekeuze en omgevingsbeheer.
De bouw van hostels in de stad ligt gevoelig. Vorig jaar februari ging een pand, dat was aangewezen als locatie voor een hostel, in de Kruiskamp nog in vlammen op. Voorafgaand aan de brand hadden de bewoners zich kwaad gemaakt over de keuze van het pand, mede omdat het dicht bij een aantal basisscholen lag. De gemeenteraad heeft het college toen opgedragen om te komen met een plan van aanpak voor de keuze van de hostels. Dit plan is afgelopen dinsdag besproken en als positief ontvangen. Het plan gaat uit van inrichting van 5 hostels in de stad. De keuze van de locatie gaat via een zeef systeem. De eerste zeef bestaat uit een tiental harde criteria die zowel betrekking hebben op faciliteiten van de locatie als ligging en bereikbaarheid. De tweede zeef betreft 6 aandachtspunten waarbij daadwerkelijk wordt gekeken naar de fysieke mogelijkheden van de locatie. Bij een locatie kan het ook gaan om nieuwbouw. De derde en laatste zeef betreft de financiële haalbaarheid. In zeef 2 is ook opgenomen dat wijknetwerken hun oordeel moeten geven.
De politieke partijen zijn positief over deze wijze van aanpak, maar willen wel de communicatie in een zo vroeg mogelijk stadium wordt opgestart. De bedoeling is dat voor de zomer 2 locaties geselecteerd zijn. Een paar fracties vindt echter dat alle locaties voor de zomer bekend moeten zijn. Wethouder Eugster gaf aan dat het al moeilijk zal zijn om 2 locaties te vinden en wil zich dus niet committeren met 5 locaties voor de zomer. In 2010 zou het eerste hostel operationeel moeten zijn en in 2011 zal er dan een evaluatie moeten plaatsvinden. In 2014 moeten alle 5 hostels operationeel zijn. Daarnaast dienen ook andere vormen van wonen uitgebreid te worden.
Op dit moment zijn er een viertal nota’s die iets zeggen over het wonen voor bijzonder doelgroepen. De belangrijkste zijn het Stedelijk Kompas en Nota wonen. Daarnaast zijn er nog het beleidsplan maatschappelijke ondersteuning en het bestuursakkoord Samen aan de Slag. De nota wonen voor bijzondere doelgroepen omschrijft hoe er uitvoer kan worden gegeven aan deze nota’s. Dit resulteert in meerjarig woonprogramma, waarbij gekeken wordt naar de woonwensen, opbouw en advisering.
De reden waarom iemand tot een bijzondere doelgroep kan behoren is te onderscheiden in 9 punten. Een grote groep mensen(ongeveer 30 %) heeft te maken met twee of meer van die redenen. Dit noemt men een dubbele diagnose. Door te kijken naar de problemen die iemand heeft, kan men beter bepalen welke hulp en/of begeleiding iemand nodig heeft. Dat gebeurt nu te weinig. Hierdoor komt het voor dat mensen die bijvoorbeeld vanwege een verslaving in een behandelkliniek zit, terwijl verdere behandeling niet meer mogelijk is. Toch blijven die mensen daar zitten zodat een nieuwe instroom niet mogelijk is. Door deze uitbehandelde mensen in een beschermd wonen omgeving (hostel) onder te brengen kan die doorstroom wel plaatsvinden. Ook kan het zijn dat mensen in een opvang zitten, terwijl deze mensen met begeleiding best naar een begeleide vorm van zelfstandig wonen kunnen en tenslotte zelfs kunnen uitstromen naar een volledig zelfstandige woonvorm.
Daarom is er gekozen van een woonladder model waarin al deze woonvormen voorkomen. Bij beschermd wonen gaat het om een afgeschermde woonvorm waar bewoners wel een woon/zit en slaapkamer hebben, maar waar ook een ruimte is waar groepsbegeleiding wordt gegeven. Mensen die hier wonen zullen hier voor langere tijd verblijven en de uitstroom zal klein zijn. Het gaat om mensen met een dubbele diagnose waarvan men verwacht dat deze langere tijd aanwezig zal zijn.
Dan is er nog een woonvorm met intensieve begeleiding. Het gaat hier om bewoners die een woontraining krijgt en na maximaal 2 jaar uitstroomt naar een meer zelfstandige woonvorm.
Dit kan dan bijvoorbeeld een woonvorm zijn met lichte begeleiding. Het gaat hierbij om een zelfstandige woonvorm in de reguliere markt en dus niet meer in clustervorm zoals bij de andere woonvormen. Momenteel hebben de corporaties hier 50 woningen beschikbaar in de zogenaamde urgentie+ regeling. Dit aantal zal verhoogd worden naar 75 woningen. Daarna is het de bedoeling dat de bewoners een zelfstandige overeenkomst hebben met een corporatie. Dit is dan een andere woning dan een van de 75 woningen. Voor alle woonvormen geldt dat de privacy van de bewoners gegarandeerd wordt.
Door te kiezen voor deze woonladders hoopt men dat mensen niet op plekken verblijven waar geen begeleiding mogelijk is, zoals bij familie of vrienden, kraakpanden, opvang of zelfs op straat. Op dit moment zijn er wel woningen beschikbaar voor beschermd of begeleid wonen, maar dit aantal moet omhoog. Deze woningen maken nu deel uit van de ketenpartners zoals SMO (Sociaal Maatschappelijke Opvang ) en Novadic Kentron (verslavingszorg) die vallen onder begeleid wonen. Reinier van Arkel (psychische zorg) heeft een aantal woningen voor beschermd of intensieve begeleiding wonen (vooral in de Graafsewijk). Een aantal fracties heeft nog twijfels over cliënten met een psychische aandoening. Ze vragen hiervoor extra aandacht.
Het is de bedoeling dat er 2015 vijf hostels zijn voor beschermd wonen (150 mensen), 2 woon voorzieningen voor forensische psychiatrie (10 mensen waarvan 5 beschermd wonen en 5 intensief begeleid wonen), 5 woonvoorzieningen voor intensief begeleid wonen (75 mensen), 75 woningen voor licht begeleid wonen en 3 shortstay voorzieningen (90 mensen). De shortstay woningen zijn bedoeld voor de uitstroom die niet direct over een zelfstandige woning kunnen beschikken en is bedoeld voor maximaal 6 maanden. De uitbreiding van de capaciteit wordt gerealiseerd in twee fasen. Tot en met 2011 moet ongeveer de helft gerealiseerd zijn. Dan vindt ook een evaluatie plaats. In 2014 moet de hele uitbreiding zijn gerealiseerd.
Bij de uitbreiding zijn diverse partijen betrokken. De zorg- en welzijnsinstellingen zorgen voor de begeleiding. De kosten hiervoor komen vooral uit ZvW en AWBZ. De corporaties zorgen voor de zelfstandige woningen. 80 % zal gerealiseerd worden door corporaties uit ’s-Hertogenbosch, de overige 20 % zal door corporaties uit de regio gerealiseerd moeten worden.
De gemeente ziet toe op de uitvoering van de woonprogrammering. De gemeente voert verder bij beschermd wonen en intensief begeleid wonen de regie op de communicatie met wijken en buurten, de locatiekeuze en het omgevingsbeheer. Ten slotte spant de gemeente zich in om de sociaal-maatschappelijke begeleiding op alle treden te leveren, indien blijkt dat de kosten voor begeleiding niet kunnen worden vergoed uit de Zvw of de AWBZ. De gemeente heeft geen rol bij de exploitatie van de panden.
De WMO-adviesraad vraagt om een grotere rol van de cliënten. Het Centrum voor Trajectbegeleiding (CvTB)kan een rol spelen bij het leveren van maatwerk. In het CvBT werken sinds begin 2008 Reinier van Arkel groep, Novadic-Kentron, de SMO en Juvans nauw samen.
Een belangrijk punt is de communicatie naar buurten en wijken waar de opvang wordt gehuisvest. Dit is een taak die gemeente op zich neemt. De bedoeling is dat het aantal mensen dat in een bepaalde buurt of wijk wordt ondergebracht (maximaal 35 personen) beperkt blijft. De gemeente realiseert zich dat hoe meer mensen ergens onder worden gebracht, hoe groter het maatschappelijk verzet zal zijn. Daarnaast zal gemeente ook zorgen voor het omgevingsbeheer (toezicht op straat en dergelijke) zodat de leefbaarheid niet in het geding komt. Als onderdeel van de communicatie zal de gemeente een documentaire maken. Hiervoor zal waarschijnlijk de situatie in Utrecht worden genomen. Hier zijn al langer hostels en het proces om daar toe te komen kan als voorbeeld dienen voor ’s-Hertogenbosch. Daarnaast zal er gesproken worden met sleutelfiguren uit een wijk die dan kunnen meewerken aan de locatiekeuze. Ook zal er gebruik worden gemaakt van een externe adviseur die kennis heeft hoe je het realiseren van hostels kan begeleiden.
De eerste taak is om de hostels te realiseren. Voor de aanpak is apart plan gemaakt. Het is niet waarschijnlijk dat een dergelijk plan er ook komt voor de andere woonvormen. Voor de zomer wil de gemeente 2 locaties gevonden waar mogelijk een hostel kan komen. Daarvoor wordt in de hele stad gezocht behalve in binnenstad en de aandachtsgebieden (Bartjes/Eikendonk/Hofstad, Boschveld/Deuteren, Gestelse buurt, Haren/Donk/Reit, Hambaken en Orthen-Links). De binnenstad wordt uitgesloten vanwege het hoge aantal voorzieningen die er al zijn voor bijzondere doelgroepen. De aandachtsgebieden worden uitgesloten vanwege de relatief lage score op veiligheidsindex.
De kosten voor de investeringen in en de exploitatie van de hostels komen voor rekening van de woningcorporaties en de zorg- en/welzijnsinstellingen. De gemeente neemt alleen projectkosten van € 1,98 miljoen voor de hele periode 2009-2014 voor haar rekening. De kosten voor 2009 (€ 230.000) zijn al gedekt. Van de projectkosten is € 0,98 miljoen al geraamd in de meerjarenbegroting. De overige kosten worden zoveel mogelijk voorzien en aan de raad voorgelegd bij de Voorjaarsnota 2010.
Dit bericht is 2985 maal bekeken
Er is 0 maal op dit bericht gereageerd
____________________________________________________________________________________
Laatste 10 berichten
25 juni 2011:Meer tijdelijke natuur (0)«
14 juni 2011:
Jongeren centrum niet noodzakelijk (0)«
14 juni 2011:
Toekomst theater (0)«
9 juni 2011:
FC Den Bosch nog niet gered (0)«
13 februari 2011:
VVD wil garanties voor verkoop Kruithuis (0)«
12 februari 2011:
Divers protesteert bij B&W (0)«
27 januari 2011:
Wietpas tegen wil en dank (0)«
27 januari 2011:
Geen steun voor onderzoek (0)«
13 januari 2011:
Terughoudendheid bij ontwikkelen bedrijfsterreinen (0)«
12 januari 2011:
Aandacht voor anti-krakers (0)«
Meer berichten in het Nieuwsarchief
(totaal 251 berichten)
Laatste 10 columns
3 oktober 2009:De stad als marketing object? (0)«
17 juli 2009:
Hosteleria (0)«
17 mei 2009:
Geld voor gouden eieren (0)«
21 april 2009:
Geen politiek meer (0)«
6 april 2009:
Nutsbedrijven onverantwoord bezig? (0)«
28 maart 2009:
Cultuurbarbarisme of onbenul? (0)«
8 februari 2009:
Geloven in eerlijkheid (0)«
1 februari 2009:
Vrije meningen (0)«
18 januari 2009:
Wonen is een probleem (0)«
2 januari 2009:
Niet het beste wensen (0)«
Meer columns in het Column archief
(totaal 53 columns)
Laatste reacties op nieuws
20–Jun–09, 06:44:16 Ronald Rijken:Markt officieel geopend«
17–May–09, 10:13:31 Alfred:
Aantal inwoners neemt verder toe«
13–May–09, 12:02:15 DS:
Aantal inwoners neemt verder toe«
12–May–09, 00:47:26 Ruben hater:
Wethouder teruggefloten inzake jongerencentrum«
22–Apr–09, 09:33:53 Henny Kappen:
Ontwikkeling Coudewater«
Er zijn in totaal 15 reacties