Home Nieuws Columns Agenda Over Contact Disclaimer

De stad als marketing object?

3 oktober 2009

Voor veel mensen van buiten de stad is de binnenstad de belangrijkste trekker. Enerzijds natuurlijk ruim 800 jaar geschiedenis en anderzijds natuurlijk een goede plek om te winkelen. Miljoenen bezoekers per jaar weten de weg naar de binnenstad te vinden. De rest van de stad is veel minder in beeld. Natuurlijk zijn er nog bepaalde plekken die (winkelend) publiek trekken, zoals de Helftheuvelpassage, de meubelboulevard op de Herven en Soetelieve in Noord. Die promotie is eenzijdig en daarom is er ook de wens om ’s-Hertogenbosch te promoten als woonstad, immers is er de wens om in 2020 ongeveer 155.000 inwoners te hebben.

Daar ligt nog wel een uitdaging, want niet alle delen van de stad lenen zich voor deze promotie. Als gekeken wordt naar de plekken die voor die promotie in aanmerking komen zijn het Paleiskwartier en Willemspoort de grootste gegadigden en in mindere mate Hinthamerpoort. Ook het toekomstige project van het GZG komt hier voor in aanmerking, maar dat is in feite een stukje binnenstad. Een stukje stad dat men wil toevoegen aan de stadsmarketing is Boschveld.

Met het bouwen van woningen alleen kom je er niet, want bewoners willen ook omgeving waar faciliteiten zijn. Zo is het Paleiskwartier jaren geleden in de markt gezet als het nieuwe centrum, maar dat lijkt maar niet goed te lukken. Op dit moment is het Paleiskwartier qua wonen nogal eenzijdig, want er zijn alleen (duurdere) appartementen en rijtjeshuizen of sociale woningbouw is er ver te zoeken. Er is natuurlijk wel veel plek voor werkgelegenheid, zoals het gerechtsgebouw, (advocaten) kantoren, horeca en ook het onderwijs is goed vertegenwoordigd. Dat levert doordeweeks veel levendigheid, maar in het weekend loopt dat hard terug. Op cultureel gebied heeft het Paleiskwartier weinig te bieden, eigenlijk alleen het Stedelijk Museum, maar dat gaat de komende jaren vertrekken. De ideeën van een bioscoop en hotel in het Paleiskwartier zijn ook verder weg dan gewenst. De vraag is waar Ponte Palazzo straks naar toe gaat leiden.

Ook het plan voor het GZG ligt onder vuur, zo bleek afgelopen woensdag tijdens de commissie ROB (Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer). Positief is men over het terugbrengen van de Grote Stroom, al zullen daar extern nog financiers voor gevonden moeten worden. De bouw van ongeveer 500 woningen is op zich ook positief, al waren wel vraagtekens bij de kleinere woningen van 50 m2. Veel grotere bezwaren zijn er bij de uitbreiding van het totale winkeloppervlak met 25.000 m2, waarbij de afhankelijkheid van de komst van de Bijenkorf toch als onwenselijk wordt ervaren. De achterliggende gedachte hierachter is dat dit mogelijk ten koste gaat van de kleinere ondernemers die al jaren in de binnenstad aanwezig zijn. Een enkeling merkte op dat men beter naar iets exclusiefs kan streven. Ook de bibliotheek als culturele trekker zou goed uitgewerkt moeten worden.

Er waren dan ook stemmen om niet te snel van stapel te lopen. Cruciaal in het hele verhaal is namelijk het aantal parkeerplaatsen dat nodig zou zijn. De Bijenkorf eist 900 parkeerplekken en ook voor de bewoners moet er ruimte zijn (500 parkeerplaatsen) en als hotel Central een 5-sterren hotel moet worden, dan zijn daar ook nog eens ongeveer 140 tot 180 parkeerplaatsen voor nodig. Het verwerven van de Tolburg door de gemeente is daarbij belangrijk.

Omdat het plan hangt op een nauwkeurig geplande routing, die een verbinding moet vormen met de huidige binnenstad, is er maar weinig speelruimte. Het plan Bos, dat meer (kleinere) woningen wil realiseren bij het IMO gebouw (het gebouw waar onder andere de ANWB inzit) en het opofferen van de STOA (volgens het college niet haalbaar omdat de eigenaar het niet wil en de kosten veel te hoog zijn), is niet haalbaar omdat het de huidige routing zou doorbreken. Er waren nog veel meer opmerkingen en alleen de PvdA lijkt voor het masterplan te zijn; de SP, GroenLinks (vanwege de verkeerstoename), Stadspartij Knillis (ziet niets in de uitbreiding winkeloppervlakte) en Leefbaar 's-Hertogenbosch en Rosmalen zijn tegen. De VVD, Rosmalens Belang, Bosch Belang nemen het plan nog in beraad en het CDA wil met een wijzigingsvoorstel komen (onderzoek naar Burgemeester Loeffplein). 13 oktober is er meer bekend, want dan komt het plan in stemming in de gemeenteraad.

Ook Boschveld biedt perspectieven voor de stadsmarketing. De wijk gaat de komende jaren een redelijk metamorfose ondergaan. Op dit moment wordt er al gebouwd in Fase 1, waar eerder 106 woningen zijn gesloopt, en straks ook in Fase 2 lijkt er door sloop van 57 woningen ruimte gemaakt moet worden voor nieuwbouw. Daarnaast zal de basisschool worden gesloopt om ruimte te maken voor een gebouw van de Brede Bossche School Boschveld. Daarnaast zouden er 500 tot 600 woningen moeten komen op het terrein de afvalstoffendienst (die daar in 2011 vertrekt).

Nu is Boschveld en dan met name het Veemarktkwartier, een van de eerste stadsuitbreidinggebieden, nadat de vestingwet in 1874 werd opgeheven. Eerst was er in deze polder slechts een paardenbegraafplaats (waar het Paardskerkhof naar verwijst), maar aan het begin van de vorige eeuw was hier een havengebied en later kwam er ook industrie, waarvan Grasso nog de enige bestaande aanwezige vorm is. Ook de Brabanthallen kwam er. Pas in de jaren 20 van de vorige eeuw kwamen er ook woningen, eerst in het Veemarktkwartier, na de oorlog in de rest van Boschveld, waarbij het Winkelcentrum als markant punt geldt.

Nu er tot 2020 een totale aanpak van de wijk komt, is er een initiatief genomen om te bekijken hoe het wonen en werken samen kan komen. Het initiatief is via het City Change Centre (CCC) opgestart. Het project “Boschveld is een Werkwoord” werd afgelopen zomer gepresenteerd in de vorm van een kleurrijke ‘folder’, maar hierin kwamen voornamelijk mensen die wonen en/of werken in het Veemarktkwartier aan het woord. Afgelopen week vond hier het vervolg van plaats in de vorm van een presentatie van de mogelijkheden voortvloeiend uit het wijkplan Boschveld Beweegt. De vraag is hoe het werk in de toekomst aanwezig moet zijn in het Veemarktkwartier. Nu is Grasso het enige grote bedrijf, maar mogelijk verdwijnt het na 2014 (de gemeente heeft hier al Actie in ondernomen). De vraag is of er nog ruimte moet zijn voor grote industrie en kan dat zonder dat bewoners er last van hebben, of moet er alleen ruimte zijn voor kleinschalige werkplekken (zoals nu het geval is de bedrijfsverzamelpanden). Ook de ontwikkeling van de Gruyterfabriek kan een rol spelen. Er zal nog verder worden gesproken om te komen tot een wensenlijstje. Toch lijkt hier een beperking in te zitten. Enerzijds de bestemmingsplannen, de aanwezigheid van de Brabanthallen (die ook een hotel wil bouwen) en de verlegging van de Parallelweg, maar ook de beperking van het vestigen van winkels, omdat elders in de stad al uitbreiding plaatsvindt (25.000 m2 op het GZG terrein en 10.000 m2 in Rosmalen).

De gemeente wil Boschveld echter ook gebruiken als marketing object voor aangenaam wonen in de stad, maar of de huidige bewoners daar op zitten wachten, is niet gevraagd. Net als bij het GZG terrein en Hinthamerpoort lijken de huidige bewoners de dupe te worden van de uitbreidingsdrang van de gemeente. Hoewel veel bewoners betrokken zijn bij wat er in deze stad gebeurt, is het nog maar de vraag of de gemeente niet te veel haar wil oplegt aan bewoners en daardoor de vervreemding alleen maar toeneemt. Tja, volgend jaar zijn er verkiezingen. Maar of bewoners dan kenbaar kunnen maken hoe ze over vernieuwingsdrang van de gemeente denken, is maar de vraag, want politieke partijen zijn niet echt duidelijk over wat ze met deze Brabantse hoofdstad willen.

Auteur: Alfred Heeroma