Geld voor gouden eieren
17 mei 2009
Ruime tijd geleden werd openbaar dat het Duitse energiebedrijf RWE, Essent wilde overnemen. Ze hadden er € 9,3 miljard voor over. Er waren al afspraken met Essent en zowel de besturen van Essent als RWE waren het eens over de voorwaarden. Een paar van die voorwaarden zijn dat 80 % van de aandelen moest worden aangeboden, dat Essent gesplitst moest zijn en er toestemming moet zijn van de NMA.Dit alles leek me in het begin redelijk. Bovendien zou Essent als een soort zelfstandige onderneming blijven bestaan en opereren in de Benelux. Duurzame energie was gegarandeerd en RWE zou zelf ook meer investeren in duurzame energie. Kortom, wat kon er fout zijn. Veel volgens de tegenstanders. Ik laat me niet snel meevoeren door allerlei kleinschalige argumenten van de tegenstanders, maar gaandeweg het proces werd me duidelijk dat er wel degelijk veel mis is.
De aandeelhouders van Essent zijn Provincies en gemeenten in een groot deel van het land. Immers Essent is ontstaan uit allerlei provinciale en zelf regionale energiemaatschappijen. Dat was toen een moeizaam proces, maar is uiteindelijk goed gekomen. Essent groeide en koos voor een groene weg bij de stroomopwekking. Essent ging ook kijken op de buitenlandse markten en eigenlijk is er weinig op de bedrijfsvoering aan te merken afgezien van een iets te hoge bonussen voor topbestuurders (maar waar is dat niet). Ook de aandeelhouders hadden baat bij het succes van Essent, want jaarlijks stroomden miljoenen euro’s aan dividend naar de gemeenten en provincies. Essent is in feite het gouden ei voor veel begrotingen.
Nu RWE Essent wil overnemen, moeten de aandeelhouders toestemming geven. Met een verbazingwekkend gemak stemmen een groot aantal gemeenten en provincies in met de verkoop. In veel gevallen geldt als argument dat Essent als zelfstandig bedrijf te klein zou zijn voor de Europese markt. Essent zegt dat zelf ook.
Wat is het geval. In 2006 liet de NMA weten dat Nederlandse energiebedrijven niet overgenomen konden worden als dat ook inhoudt dat de infrastructuur (kabels en pijpleidingen) in buitenlandse handen zouden vallen. Alleen het productie gedeelte mag verkocht worden. Hierop is er een toch enigszins omstreden splitsingswet gekomen. De wet verplicht energiebedrijven hun infrastructuur over te dragen aan Tennet, de beheerder van deze infrastructuur. De overheid wilde hiermee bereiken dat er een veiligheidsborging komt voor de kwaliteit van de infrastructuur. Anderzijds hakt de overheid daarmee wel een poot af van de bestaande energiemaatschappijen. Daarmee komen deze bedrijven zwakker te staan op de Europese markt, maar niet op de Nederlandse markt, want daar zou in principe het verschil gemaakt moeten worden door kosten van productie, want de kosten voor de infrastructuur zullen straks voor iedereen gelijk moeten zijn (al zijn daar ook twijfels over).
De vraag is of Essent concurrerend kan produceren voor de Nederlandse en Belgische markt. Ik denk van wel. Men gaat er van uit dat schaalvergroting leidt tot lagere kosten. Dat durf ik met de huidige economische en financiële crisis nogal te betwijfelen. Het zijn juist de grote bedrijven die nu omvallen en in hun val veel kleine bedrijven meesleuren. Om die reuzen te redden moet er nu veel gemeenschapsgeld geïnvesteerd worden, want ja een reus kun je beter niet laten vallen. Dus blijken die zogenaamd lagere kosten ineens een enorme rekening te worden. Een ander nadeel is dat je een reus ook niet zomaar een andere kant op kan sturen. Het is een log en star iets, kijk naar General Motors. Pas toen Obama begon te dreigen, kon er pas een verandering komen. Dat is dus het nadeel van een groot bedrijf. Bovendien is een groot bedrijf ook machtig en zal de overheid een sterkere tegenstander krijgen, want ondertussen slurpt RWE ook in de rest van Europa door, zoals onlangs een overname in Noorwegen.
Heel even dacht ik dat de Provincie Noord Brabant (Provinciale Staten) wijs was door niet in te stemmen met de verkoop, maar helaas bleek een partij als de VVD makkelijk van standpunt te veranderen alleen vanwege een klein drukmiddel van RWE. Alle andere argumenten bleken ineens niet meer te gelden.
Maar wat nog veel opvallender is, is de bemoeienis vanuit Den Haag. Ze hebben immers niet te maken met deze verkoop. Toch heeft minister van eer Hoeven (Economische Zaken) wel een punt. De verkoop kan alleen doorgaan als de splitsing van Essent door haar wordt goedgekeurd. Essent heeft wel een plan ingediend, maar dat is niet goedgekeurd. Het gaat niet alleen om splitsing van het leidingennet, maar ook de afvalverwerking. Ook de NMA heeft nog haar twijfels. En als het nu aandeelhouders zouden geweest die het alleen om geld te doen is, dan kan ik me nog voorstellen dat ze kiezen voor het geld. Nu zijn de aandeelhouders echter ook bestuurders. Dat is niet voor niets zo.
Het stelt me dan ook bijzonder teleur dat onze bestuurders zo gemakkelijk instemmen met de verkoop. Alleen vanwege het argument dat Essent te klein zou zijn voor de Europese markt en het beter is om hun aandelen te gelde te maken. Ik vrees dat het midden en klein bedrijf binnenkort ook geen bestaansrecht meer heeft, want ja dat is ook te klein. Het is een redenering van niets. Ook al beweert het bestuur van Essent iets anders. In Nederland is nog een hele markt in duurzame energie te winnen, daar kan Essent nog veel in betekenen. Volgens Essent is het duurzaamheidcontract juist een impuls voor de duurzame energie, maar ik vraag me af wie dat contract gaat controleren of bij in gebreke blijven gaat bestraffen. Een impuls kan ook komen van de overheden, die dan maar genoegen moet nemen met minder of geen dividend.
Essent geeft aan in feite niet anders te kunnen dan op te gaan in RWE, omdat er anders te weinig basis is. In de overweging staat heel vrij vertaald dat ze verwachten geen kans te hebben op de vrije markt van energielevering. Een bestuur dat zo weinig vertrouwen heeft in haar eigen bedrijf, behoort geen bonus te krijgen, maar een straf. Essent is namelijk een goed bedrijf, dat zich prima staande kan houden op de vrije markt, juist omdat ze klein zijn en dus ook klantgerichter kan werken. Een klein bedrijf is namelijk veel flexibeler. Een bestuur dat teksten op hun website toestaat waarin staat dat alternatieven zinloos of niet haalbaar zijn, is voor mij geen stuiver waard.
De enige die nog tot inkeer kan komen is Gedupeerde Staten, de eigenlijke aandeelhouder. Ik heb daar weinig vertrouwen in, want GS was vanaf het begin al voorstander. Niet alleen zou GS de verkoop moeten tegenhouden (immers een bedrijf dat eerst als voorwaarde 80 % aandelen stelt en nu ook genoegen wil nemen met 50 %, is bij voorbaat onbetrouwbaar), maar ook het bestuur van Essent moet naar huis gestuurd worden, zonder bonus. Het enige wat de burgers nu te doen staat is te onthouden wie er in GS zitten: CDA-VVD-PvdA. Voor de rest mag u zelf oordelen over de verkoop van de gouden eieren (ik zal maar niet gaan schrijven over wat met dat geld moet gaan gebeuren…).